Het verwijderen van een tand of kies, ook wel extractie genoemd, is een veelvoorkomende tandheelkundige ingreep die noodzakelijk kan zijn bij ernstige schade, infectie of andere mondgezondheidsproblemen. Afhankelijk van de complexiteit kan de behandeling worden uitgevoerd door een tandarts of een kaakchirurg.
Indicaties voor extractie:
- Ernstig tandbederf of schade die niet hersteld kan worden met een vulling of kroon.
- Infecties die niet reageren op antibiotica of andere behandelingen.
- Overvolle tanden, vaak in voorbereiding op orthodontische behandelingen.
- Losse tanden als gevolg van parodontitis.
Voorbereiding op de ingreep:
- Medische anamnese: Informeer uw tandarts over uw medische geschiedenis en eventuele medicatiegebruik, zoals bloedverdunners.
- Röntgenfoto’s: Deze worden gemaakt om de positie van de tand en omliggende structuren te beoordelen.
De procedure:
- Verdoving: Een lokale verdoving wordt toegediend om het gebied rondom de tand of kies gevoelloos te maken.
- Extractie: De tandarts of kaakchirurg maakt het tandvlees rondom de tand los en verwijdert de tand voorzichtig. Bij complexe gevallen kan het nodig zijn om het tandvlees op te tillen of een kleine hoeveelheid bot te verwijderen.
- Hechtingen: Indien nodig worden hechtingen aangebracht om het wondgebied te sluiten.
Nazorg en herstel:
- Pijnbestrijding: Na de ingreep kan pijn optreden zodra de verdoving is uitgewerkt. Gebruik de voorgeschreven pijnstillers volgens het advies van uw tandarts.
- Zwelling: Zwelling is normaal en bereikt meestal een piek na 2 tot 3 dagen. U kunt de zwelling verminderen door direct na de ingreep te koelen met ijs, gewikkeld in een doek, gedurende 10 minuten op de wang ter hoogte van de extractieplaats. Herhaal dit indien nodig.
- Nabloeding: Lichte nabloedingen zijn normaal. Bij aanhoudende bloeding kunt u een opgevouwen gaasje op de wond plaatsen en hier 30 minuten stevig op bijten. Vermijd spoelen en het gebruik van watten.
- Mondhygiëne: Poets uw tanden en kiezen voorzichtig, vermijd het wondgebied. Begin na 24 uur met het spoelen van de mond met een zoutoplossing (1 theelepel zout opgelost in 1 liter water) om de genezing te bevorderen, indien u dit advies heeft gekregen.
- Eet- en drinkgewoonten: Eet zacht voedsel en vermijd het kauwen aan de kant van de extractie. Vermijd roken en alcohol gedurende de eerste dagen na de ingreep, aangezien deze de genezing kunnen belemmeren.
Medicatie en speciale overwegingen:
- Bloedverdunners: Als u bloed verdunnende medicatie gebruikt, moet dit vooraf met uw tandarts of kaakchirurg worden besproken. Mogelijk is een aangepaste behandeling of extra voorzorgsmaatregelen nodig om het risico op nabloedingen te minimaliseren.
- Antibiotica: In sommige gevallen kan een antibioticakuur worden voorgeschreven om infecties te voorkomen, vooral bij patiënten met een verhoogd risico op infecties.
Wanneer contact opnemen:
- Als de bloeding niet stopt na het toepassen van druk met een gaasje.
- Bij koorts boven de 39°C of toenemende pijn en zwelling na 5 dagen.
- Als u moeite heeft met slikken of ademhalen.
Bij Tandbewust streven we naar een zorgvuldige en comfortabele behandeling, met persoonlijke aandacht voor uw specifieke situatie en behoeften.
Bij het verwijderen van een tand of kies (extractie) is het essentieel om te overwegen of antibiotische profylaxe noodzakelijk is, met name bij patiënten met bepaalde hartafwijkingen. Dit om het risico op endocarditis, een ontsteking van de binnenwand van het hart of de hartkleppen, te minimaliseren.
Indicaties voor antibiotische profylaxe bij tandextracties:
Volgens de Nederlandse Hartstichting is antibiotische profylaxe aanbevolen voor patiënten met:
- Kunstkleppen: Personen met een mechanische of biologische hartklepprothese.
- Eerdere endocarditis: Patiënten met een voorgeschiedenis van endocarditis.
- Bepaalde aangeboren hartafwijkingen:
- Onbehandelde cyanotische hartafwijkingen.
- Gecorrigeerde hartafwijkingen met restdefecten nabij prothetisch materiaal.
- Harttransplantatie met klepproblemen: Patiënten die na een harttransplantatie klepafwijkingen hebben ontwikkeld.
Procedure voor antibiotische profylaxe:
- Consultatie: Overleg met de behandelend cardioloog en tandarts om de noodzaak van antibiotische profylaxe vast te stellen.
- Toediening: Indien geïndiceerd, wordt een eenmalige dosis antibiotica, meestal amoxicilline, ongeveer een uur voor de ingreep toegediend. Bij penicilline-allergie kan clindamycine worden overwogen.
Voor- en nadelen van antibiotische profylaxe:
Voordelen:
- Preventie van endocarditis: Vermindert het risico op een potentieel levensbedreigende infectie bij risicopatiënten.
Nadelen:
- Bijwerkingen: Mogelijke reacties op antibiotica, variërend van milde maagklachten tot ernstige allergische reacties.
- Antibioticaresistentie: Overmatig gebruik kan bijdragen aan de ontwikkeling van resistente bacteriestammen.
Nazorg na tandextractie bij risicopatiënten:
- Monitoring: Let op symptomen zoals koorts, aanhoudende pijn of zwelling, die kunnen wijzen op een infectie.
- Mondhygiëne: Handhaaf een goede mondhygiëne om bacteriële infecties te voorkomen.
- Opvolging: Plan follow-up afspraken met zowel de tandarts als de cardioloog om de genezing te evalueren en eventuele complicaties vroegtijdig te detecteren.
Het is cruciaal dat patiënten met bovengenoemde hartcondities hun tandarts en kaakchirurg informeren over hun medische geschiedenis. Een zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen van antibiotische profylaxe, in samenspraak met medische professionals, is essentieel om de beste zorg te garanderen.
Verwijderen van een tand of kies: speciale aandacht voor patiënten met osteoporose en bisfosfonaten
Bij patiënten met osteoporose en/of het gebruik van bisfosfonaten, is extra zorg vereist bij tandextracties. Bisfosfonaten, vaak voorgeschreven bij osteoporose, kunnen het risico op een zeldzame maar ernstige complicatie verhogen: osteonecrose van de kaak (ONJ).
Risico’s van bisfosfonaten bij tandextracties
- Osteonecrose van de kaak (ONJ):
- Dit is een aandoening waarbij het botweefsel in de kaak afsterft, vaak veroorzaakt door een trauma zoals een tandextractie.
- Het risico is hoger bij patiënten die bisfosfonaten intraveneus krijgen, bijvoorbeeld bij kankerbehandelingen. Het risico is kleiner, maar aanwezig, bij orale bisfosfonaten (bijvoorbeeld alendroninezuur).
Behandelstrategie bij patiënten met osteoporose en bisfosfonaten
- Voorbereiding vóór de extractie:
- Medische anamnese: Informeer uw tandarts of kaakchirurg over het gebruik van bisfosfonaten, hoe lang u deze al gebruikt, en of ze intraveneus of oraal worden toegediend.
- Röntgenonderzoek: Dit wordt vaak uitgevoerd om de conditie van het kaakbot te beoordelen en mogelijke complicaties in te schatten.
- Risicoanalyse: Bij patiënten met langdurig bisfosfonaatgebruik (>3 jaar) of aanvullende risicofactoren (zoals roken, diabetes, of steroïdengebruik), kan de tandarts extra voorzorgsmaatregelen nemen.
- Alternatieven overwegen:
- Als een extractie niet strikt noodzakelijk is, kan de tandarts kiezen voor minder invasieve behandelingen, zoals een wortelkanaalbehandeling in plaats van een extractie.
- Tandextractie:
- Als de extractie onvermijdelijk is, wordt de procedure zorgvuldig uitgevoerd, vaak met gebruik van steriele technieken en antibacteriële spoelmiddelen zoals chloorhexidine om infecties te voorkomen.
- Antibiotische profylaxe:
- Hoewel antibiotische profylaxe niet standaard wordt aanbevolen, kan het in bepaalde gevallen overwogen worden om infecties te voorkomen en de wondgenezing te bevorderen.
Nazorg en herstel bij bisfosfonaatgebruik
- Wondgenezing stimuleren:
- Goede mondhygiëne is cruciaal. Spoel de mond na 24 uur met een zoutoplossing of chloorhexidine-oplossing om infecties te voorkomen.
- Vermijd roken en alcohol, omdat dit de genezing kan vertragen.
- Monitoring op osteonecrose:
- Let op symptomen zoals aanhoudende pijn, zwelling, blootliggend kaakbot, of een wond die niet geneest.
- Meld deze symptomen direct aan uw tandarts of kaakchirurg.
- Opvolging:
- Regelmatige controleafspraken zijn essentieel om de genezing te monitoren en complicaties vroegtijdig op te sporen.
Osteoporose, bisfosfonaten en antibiotische profylaxe
Bij het combineren van risicofactoren zoals osteoporose, bisfosfonaten en hartklachten (bijvoorbeeld bij indicatie voor antibiotische profylaxe), is een multidisciplinair overleg tussen tandarts, huisarts, en eventueel kaakchirurg of cardioloog noodzakelijk om de beste behandelstrategie te bepalen.
Bij Tandbewust bieden we persoonlijke zorg op maat. Heeft u osteoporose of gebruikt u bisfosfonaten? Neem vooraf contact met ons op zodat we samen een veilige en effectieve behandeling kunnen plannen. Mocht u bisfosfonaten moeten gaan gebruiken dan kunnen wij een preventie plan maken en u helpen zoveel mogelijk van uw mogelijke tandvlees/tand ontstekingen af te komen.
De meest gebruikte bisfosfonaten, die vaak worden voorgeschreven bij osteoporose en andere aandoeningen waarbij botafbraak een rol speelt, zijn:
Orale bisfosfonaten (tabletvorm):
- Alendroninezuur (merknaam: Fosamax)
- Risedroninezuur (merknaam: Actonel)
- Ibandroninezuur (merknaam: Bonviva)
Intraveneuze (IV) bisfosfonaten:
- Zoledroninezuur (merknaam: Zometa, Aclasta)
- Veel gebruikt bij osteoporose en bij de behandeling van botcomplicaties bij kanker (zoals botmetastasen of multipel myeloom).
- Pamidroninezuur (merknaam: Aredia)
- Vooral voorgeschreven bij de behandeling van kanker-gerelateerde botproblemen.
Belangrijke aanvullende informatie:
- Werkingsmechanisme: Bisfosfonaten remmen de activiteit van osteoclasten (botafbrekende cellen), wat helpt om botverlies te verminderen en de botdichtheid te verbeteren.
- Indicaties: Osteoporose, ziekte van Paget, botmetastasen, en hypercalciëmie (verhoogde calciumwaarden in het bloed).
Bij gebruik van deze medicijnen is het essentieel om de risico’s bij tandheelkundige ingrepen, zoals tandextracties, zorgvuldig in overweging te nemen vanwege het verhoogde risico op osteonecrose van de kaak (ONJ). Regelmatig overleg met uw tandarts en behandelend arts is aanbevolen.
Relatie tussen bloedverdunners en tandextracties
Bloedverdunners (anticoagulantia en trombocytenaggregatieremmers) worden vaak voorgeschreven om bloedstolsels te voorkomen bij patiënten met cardiovasculaire aandoeningen, trombose of andere bloedingsstoornissen. Hoewel deze medicijnen het risico op nabloedingen bij tandheelkundige ingrepen kunnen verhogen, is stoppen met bloedverdunners niet altijd noodzakelijk en kan dit zelfs gevaarlijk zijn. Een zorgvuldig afgestemde aanpak is daarom essentieel.
Wanneer stoppen met bloedverdunners en wanneer niet?
- Niet stoppen:
- In de meeste gevallen adviseren richtlijnen om door te gaan met bloedverdunners, vooral bij laag-risico ingrepen zoals eenvoudige tandextracties. Het risico op een nabloeding is meestal beheersbaar en minder gevaarlijk dan een verhoogd risico op trombose of beroerte door het stoppen van de medicatie.
- Wel stoppen (uitsluitend na overleg met de behandelend arts):
- Bij patiënten met een hoog risico op ernstige nabloedingen (bijvoorbeeld door gebruik van hoge doses anticoagulantia of bij complexe ingrepen met uitgebreide weefselschade).
- Alleen als de behandelend arts bepaalt dat het veilig is om tijdelijk te stoppen. Dit geldt bijvoorbeeld voor patiënten op vitamine K-antagonisten (zoals acenocoumarol of fenprocoumon) die een INR-waarde van >3 hebben.
Gebruik van tranexaminezuur spoeling
Tranexaminezuur wordt gebruikt om nabloedingen te verminderen door de stolselvorming lokaal te bevorderen. Het wordt meestal voorgeschreven in de volgende gevallen:
- Wanneer wel:
- Patiënten met verhoogd bloedingsrisico, bijvoorbeeld door gebruik van bloedverdunners zoals DOAC’s (Directe Orale Anticoagulantia), heparine of vitamine K-antagonisten.
- Bij patiënten met een bekende bloedingsstoornis, zoals hemofilie.
- Na complexe tandextracties of chirurgie in de mond.
- Wanneer niet:
- Bij patiënten zonder verhoogd bloedingsrisico of als de tandarts al alternatieve technieken heeft toegepast (zoals hemostatische middelen).
Wat kan een tandarts doen om nabloedingen te verminderen?
- Lokale maatregelen tijdens de behandeling:
- Zorgvuldig hechten van het wondgebied.
- Gebruik van hemostatische middelen, zoals:
- Sponsjes van collageen of gelatine (bijvoorbeeld Spongostan).
- Oxiderend cellulose (bijvoorbeeld Surgicel).
- Fibrine-lijm als extra ondersteuning bij moeilijke wonden.
- Lokale druk met gaasjes na extractie.
- Medicatie en nazorg:
- Voorschrijven van tranexaminezuur spoelingen om het stolsel te stabiliseren.
- Bespreken van pijnstilling: paracetamol wordt aanbevolen, terwijl NSAID’s (zoals ibuprofen) vaak vermeden worden vanwege hun bloedverdunnende effect.
Wat kan de patiënt doen om nabloedingen te voorkomen?
- Direct na de extractie:
- Bijt stevig gedurende 30-60 minuten op een gaasje om een bloedstolsel te vormen.
- Vermijd intensief spoelen van de mond in de eerste 24 uur.
- Eten en drinken:
- Vermijd hete dranken en alcohol in de eerste 24 uur.
- Kies voor zacht voedsel en kauw aan de andere kant van de mond.
- Vermijden van risico’s:
- Niet roken of zuigen aan de wond (bijvoorbeeld met een rietje).
- Beperk zware inspanning gedurende de eerste 48 uur.
- Nazorg:
- Gebruik tranexaminezuur spoelingen indien voorgeschreven.
- Start voorzichtig met het spoelen van de mond met een zoutoplossing na 24 uur.
Bij welke patiënten is er een verhoogd risico op nabloedingen?
- Patiënten die bloedverdunners gebruiken (zoals DOAC’s, acenocoumarol, fenprocoumon, aspirine of clopidogrel).
- Patiënten met bloedstollingsstoornissen, zoals hemofilie of de ziekte van von Willebrand.
- Patiënten met leveraandoeningen (zoals cirrose), omdat de lever een belangrijke rol speelt bij de productie van stollingsfactoren.
- Patiënten met nierfalen of ernstige hypertensie.
- Mensen met recente chirurgische ingrepen in het hart (zoals hartklepvervanging).
Wanneer verwijzen naar de kaakchirurg voor een extractie?
- Bij complexe extracties, zoals:
- Geïmpacteerde of diep gelegen kiezen, zoals verstandskiezen.
- Wortels die dicht bij zenuwen of sinussen liggen.
- Bij vermoeden van uitgebreide infecties, zoals een abces dat zich heeft verspreid.
- Bij patiënten met een verhoogd risico op complicaties:
- Gebruik van bisfosfonaten of andere medicatie die de botstructuur beïnvloedt.
- Ernstige systemische aandoeningen (bijvoorbeeld hart- en bloedstollingsproblemen).
- Als de tandarts onvoldoende apparatuur of ervaring heeft om een veilige extractie uit te voeren.
Bij Tandbewust zorgen we voor een veilige en zorgvuldige behandeling, met aandacht voor uw medische situatie. Heeft u specifieke aandoeningen of gebruikt u medicatie? Neem contact met ons op voor een persoonlijk behandelplan!
Het ACTA-protocol biedt richtlijnen voor het uitvoeren van tandheelkundige ingrepen bij patiënten die antitrombotische medicatie gebruiken. Deze aanbevelingen zijn bedoeld voor eenvoudige invasieve procedures, zoals het trekken van 1-3 tanden of kiezen, operatieve verwijdering van verstandskiezen, parodontale behandelingen, operatieve wortelkanaalbehandelingen, abcesincisies en het plaatsen van maximaal drie implantaten.
Belangrijkste aanbevelingen:
- Continueren van antitrombotica:
- Trombocytenaggregatieremmers (TAR): Het gebruik van middelen zoals Aspirine®, Ascal®, Persantin®, Plavix® of Asasantin® hoeft niet te worden gestaakt.
- Vitamine K-antagonisten (VKA): Medicatie zoals acenocoumarol (Sintrom®) of fenprocoumon (Marcoumar®) hoeft niet te worden onderbroken, mits de INR-waarde lager is dan 3,5.
- Nieuwe orale anticoagulantia (NOAC): Middelen zoals apixaban (Eliquis®), dabigatran (Pradaxa®) en rivaroxaban (Xarelto®) hoeven niet te worden gestopt.
- Pre-operatieve maatregelen:
- Medische anamnese: Neem een volledige medische geschiedenis af en overleg met de behandelend arts of trombosedienst als de INR ≥ 3,5 is of als de ingreep complexer is.
- INR-controle bij VKA-gebruik: Laat de INR maximaal 24 uur voor de ingreep controleren of, bij stabiele waarden, tot 72 uur voor de ingreep.
- Planning van de ingreep: Bij meer dan drie te extraheren elementen, plan meerdere afspraken en bij voorkeur in de ochtend en aan het begin van de week.
- Inname van NOAC’s: Adviseer de patiënt de laatste dosis NOAC niet vlak voor de ingreep in te nemen; de laatste dosering dient tot drie uur voor de ingreep te zijn ingenomen.
- Tranexaminezuur mondspoeling: Schrijf voor patiënten op VKA of NOAC een recept voor tranexaminezuur mondspoeling voor.
- Patiëntenvoorlichting: Informeer de patiënt dat lichte bloedingen of doorsijpelen vanuit het tandvlees vaker optreden bij continuering van antitrombotica.
- Peri-operatieve maatregelen:
- Atraumatische techniek: Voer de ingreep zo atraumatisch mogelijk uit en beperk parodontale chirurgie en het scalen en rootplanen per kwadrant.
- Hechtingen: Hecht de wonden met oplosbaar hechtmateriaal.
- Postoperatieve maatregelen:
- Drukapplicatie: Laat de patiënt 15-30 minuten op een gaasje bijten en gebruik indien nodig lokale middelen om de bloeding te stelpen, zoals gelatinesponsjes, geoxideerd cellulose of synthetisch collageen.
- Tranexaminezuur mondspoeling: Adviseer de patiënt om 4 keer per dag gedurende 2 minuten zachtjes te spoelen met 10 ml 5% tranexaminezuur mondspoeling, gedurende 2-5 dagen of zolang de wond nog bloedt. Na het spoelen dient de vloeistof te worden uitgespuugd.
- Nazorginstructies: Geef mondelinge en schriftelijke instructies over het postoperatieve verloop en te nemen maatregelen bij een nabloeding.
- Bereikbaarheid: Zorg dat de patiënt weet hoe en wanneer contact op te nemen bij aanhoudende bloedingen en zorg voor bereikbaarheid buiten kantooruren.
Wanneer verwijzen naar de kaakchirurg:
- Als de INR-waarde hoger is dan 3,5 en niet kan worden bijgesteld.
- Bij geplande grotere of meer invasieve ingrepen.
Deze richtlijnen zijn opgesteld om de veiligheid van patiënten die antitrombotische medicatie gebruiken te waarborgen tijdens tandheelkundige ingrepen. Het is essentieel om altijd in overleg te treden met de behandelend arts of trombosedienst bij twijfel of bijzondere omstandigheden.
De Trombosedienst speelt een cruciale rol bij het begeleiden van patiënten die antistollingsmedicatie gebruiken, vooral wanneer tandheelkundige ingrepen, zoals extracties, gepland zijn. Het is essentieel om nauw samen te werken met de Trombosedienst om zowel het risico op nabloedingen als op trombo-embolische complicaties te minimaliseren.
Adviezen van de Trombosedienst bij tandheelkundige ingrepen:
- Continueren van antistollingsmedicatie:
- In veel gevallen wordt geadviseerd om door te gaan met de antistollingsmedicatie tijdens tandheelkundige ingrepen. Het risico op trombo-embolische complicaties door het stoppen van de medicatie weegt vaak zwaarder dan het risico op een nabloeding, die meestal met lokale maatregelen te beheersen is.
- INR-controle bij gebruik van vitamine K-antagonisten (VKA):
- Voor patiënten die VKA’s zoals acenocoumarol of fenprocoumon gebruiken, is het belangrijk om de INR-waarde te controleren. Een INR-waarde tussen 2,0 en 3,5 wordt doorgaans als veilig beschouwd voor het uitvoeren van tandheelkundige ingrepen. Bij waarden boven 3,5 dient de Trombosedienst te worden geraadpleegd voor mogelijke aanpassingen.
- Overleg bij gebruik van Directe Orale Anticoagulantia (DOAC’s):
- Bij patiënten die DOAC’s gebruiken, zoals dabigatran, rivaroxaban of apixaban, is het belangrijk om de timing van de medicatie en de ingreep zorgvuldig te plannen. De Trombosedienst kan adviseren over het al dan niet aanpassen van de dosering rondom de ingreep.
- Gebruik van tranexaminezuur:
- In sommige gevallen kan de Trombosedienst het gebruik van tranexaminezuur mondspoeling aanbevelen om het risico op nabloedingen te verminderen. Dit middel helpt bij het stabiliseren van bloedstolsels in het wondgebied.
Belang van communicatie:
- Tussen zorgverleners: Het is essentieel dat tandartsen, kaakchirurgen en de Trombosedienst nauw samenwerken en informatie uitwisselen over de medische status en medicatiegebruik van de patiënt.
- Met de patiënt: Patiënten dienen goed geïnformeerd te worden over de mogelijke risico’s en de te nemen voorzorgsmaatregelen rondom de ingreep.
Conclusie:
De Trombosedienst adviseert doorgaans om antistollingsmedicatie voort te zetten tijdens tandheelkundige ingrepen, met speciale aandacht voor INR-waarden en in overleg met de behandelend arts. Het is van groot belang dat er een goede communicatie is tussen alle betrokken zorgverleners en de patiënt om de behandeling veilig en effectief te laten verlopen.
Hoe kunnen patiënten voorkomen dat kiezen getrokken moeten worden?
Het voorkomen van tandextracties begint met een goede mondgezondheid en het vermijden van factoren die leiden tot ernstige tandproblemen. Hier zijn enkele belangrijke stappen:
Preventieve maatregelen
- Mondhygiëne:
- Dagelijks poetsen: Poets minstens twee keer per dag met fluoridehoudende tandpasta.
- Gebruik van floss of ragers: Reinig dagelijks tussen de tanden om tandplak en voedselresten te verwijderen.
- Tandenstoker: Gebruik tandenstokers om tandvlees gezond te houden.
- Regelmatige tandartsbezoeken:
- Controle en reiniging: Bezoek de tandarts minstens twee keer per jaar voor controle en professionele reiniging.
- Vroegtijdige behandeling: Kleine gaatjes en tandvleesproblemen kunnen in een vroeg stadium worden behandeld om verdere schade te voorkomen.
- Gezonde voeding:
- Vermijd suikers: Beperk suikerhoudende voedingsmiddelen en dranken om tandbederf te voorkomen.
- Eet voedingsmiddelen rijk aan calcium: Zuivelproducten, noten en groene bladgroenten versterken het tandglazuur.
- Bescherming tegen trauma:
- Bitje bij sport: Draag een mondbeschermer bij contactsporten om gebitsbeschadiging te voorkomen.
- Bruxisme: Laat een opbeetplaat maken als u tandenknarst om slijtage en breuken te voorkomen.
- Stoppen met roken:
Roken verhoogt het risico op tandvleesontsteking en botverlies, wat uiteindelijk kan leiden tot tandverlies. - Behandeling van tandvleesaandoeningen:
Gezond tandvlees is essentieel om kiezen te behouden. Laat tandvleesproblemen tijdig behandelen om het ondersteunende bot te beschermen.
De rol van holisme bij het behoud van kiezen
Een holistische aanpak kijkt verder dan alleen de mond en richt zich op het hele lichaam en de levensstijl van de patiënt. Dit omvat zowel fysieke als emotionele aspecten die van invloed kunnen zijn op de mondgezondheid.
- Voeding en levensstijl:
- Holistische tandheelkunde benadrukt het belang van een voedingspatroon dat rijk is aan mineralen en vitaminen, zoals vitamine D, calcium en magnesium, om het glazuur te versterken.
- Stressmanagement kan indirect bijdragen aan een betere mondgezondheid door het verminderen van bruxisme (tandenknarsen) en tandvleesontsteking.
- Balans in de mondflora:
- Holistische tandartsen kunnen natuurlijke middelen aanbevelen, zoals kokosolie (oil pulling) of kruidenspoelingen, om de mondflora in balans te houden en cariës te voorkomen.
- Onderliggende oorzaken behandelen:
- In plaats van alleen symptomen te behandelen, richt een holistische benadering zich op de oorzaken van gebitsproblemen, zoals voedingspatronen, hormonale disbalans of zelfs psychologische factoren.
- Minimaliseren van toxines:
- Het vermijden van schadelijke chemicaliën in tandheelkundige materialen en tandpasta’s kan bijdragen aan een betere algehele gezondheid, wat ook het behoud van kiezen ondersteunt.
Conclusie
Het behouden van kiezen vraagt om een combinatie van goede mondhygiëne, een gezonde levensstijl, regelmatige controles en een holistische benadering die rekening houdt met het hele lichaam. Door preventief te handelen en bewust te zijn van de relatie tussen algemene gezondheid en mondgezondheid, kunnen tandproblemen worden voorkomen en onnodige extracties worden vermeden.
Heeft u vragen over een holistische aanpak of wilt u advies over het behouden van uw gebit? Neem contact op met Tandbewust voor persoonlijke begeleiding en zorg!